de muren hebben oren 1.0
de buren of andere mensen in de omgeving kunnen meeluisteren; er zijn anderen die
op kunnen vangen wat gezegd wordt; er wordt meegeluisterd
Gebruikt als waarschuwing.
Algemene voorbeelden
'Doe je echt de was zelf?' 'Jenny helpt.' 'Woon je hier graag?' 'Ja, maar je mag niet zo hard praten. De muren hebben oren.' 'We zeggen toch niets.' 'Ssst. Over de wasmachine en zo. Het is beter als ze dat niet horen.'
Toen ze terugkwamen vroeg ik wat er besproken was en wat de conclusies waren, werd er alleen maar gezegd: 'Sst, we kunnen daar niet over praten, want de muren hebben oren'.
Er wordt weinig gepraat, want de muren hebben oren.
Als we uit moesten kijken omdat muren oren hadden en 'ze' het niet mochten weten, was het dan niet veel verdachter dat hij helemaal niks tegen mij zei?